Opa en oma als oppas: Een gezonde voedselomgeving voor het kleinkind?

Opa en oma spelen een belangrijke rol in de opvoeding van hun kleinkind. Helemaal nu het aantal tweeverdieners binnen gezinnen stijgt, en daarmee de vraag naar betrouwbare en goedkope kinderopvang. Ongeveer een derde van de kinderen met werkende ouders gaat naar zijn of haar grootouders. Nu staan opa en oma vooral te boek als zorgzaam en liefdevol, maar niet als de meest gezonde opvoeders. Ze verwennen hun kleinkind immers dolgraag. In het licht van de groeiende obesitasepidemie rijst daarom de vraag: In hoeverre creëren grootouders een gezonde voedselomgeving voor hun kleinkind?

grandma-1038239_1280.png

KERN
Veel opa’s en oma’s passen niet alleen op, maar bereiden tijdens het oppassen ook maaltijden en snacks, vaak zelfs meerdere keren per week. Uit deze studie blijkt dat grootouders over het algemeen een gezonde voedselomgeving voor hun kleinkind creëren. Wel zijn er risicogroepen die mogelijk meer hulp nodig hebben bij het klaarmaken van gezonde maaltijden en snacks, waaronder oudere grootvaders en grootouders uit minder welvarende wijken. Ook blijkt dat kleindochters en jongere kleinkinderen vaker gezonde producten aangeboden krijgen. Het belang van gezonde voeding kan bij grootouders van kleinzoons en oudere kleinkinderen daarom nog extra worden benadrukt. Het promoten van gezonde voedselkeuzes kan worden gefaciliteerd door voedingsinformatie op productetiketten beter af te stemmen op de oudere doelgroep. Denk daarbij aan duidelijk leesbare lettertypes en kleuren en eenvoudig taalgebruik.

De huidige gezondheidsprogramma’s zijn vaak alleen gericht op ouders. Dat is een gemiste kans, aangezien andere opvoeders –waaronder opa en oma– een belangrijke rol spelen in de eetopvoeding. Gezondheidsinterventies gericht op (de preventie van) overgewicht en obesitas bij kinderen doen er daarom goed aan de rol van grootouders te erkennen en integreren.

ONDERZOEKSMETHODE
Het doel van deze studie was om meer inzicht te krijgen in de volgende drie vragen:

  1. In hoeverre geven grootouders snacks en maaltijden aan hun kleinkinderen?
  2. Welke soorten eten en drinken geven grootouders aan hun kleinkinderen?
  3. Welke factoren zijn gerelateerd aan de soorten eten en drinken die grootouders hun kleinkinderen geven?

Om deze vragen te beantwoorden werd een online vragenlijst uitgezet onder Australische opa’s en oma’s. Gevraagd werd hoe vaak zij oppassen, welke maaltijden zij bereiden, welk eten en drinken zij hun kleinkind geven en waarom zij voor bepaalde voedingsproducten kiezen. De vragenlijst werd ingevuld door 1076 grootouders (gemiddeld 65 jaar oud, 60% oma’s). Alleen grootouders die minstens 3 uur per week oppassen konden met de studie meedoen. De gemiddelde leeftijd van de kleinkinderen was 7.2 jaar.

VONDSTEN
De meeste grootouders passen 1 (43%) of 2 tot 3 (41%) keer per week op hun kleinkind, met een gemiddelde van 13.6 uur per week. Het overgrote deel van de grootouders (82%) geeft hun kleinkind tijdens het oppassen snacks. Daarnaast maakt 40% ontbijt, bereidt 57% lunch en kookt 48% van de grootouders avondeten voor hun kleinkind. Jongere kleinkinderen krijgen vaker ontbijt en lunch van hun grootouders; oudere kinderen krijgen vaker avondeten. Onderstaand figuur toont de gemiddelde frequentie van verschillende soorten eten en drinken die grootouders hun kleinkind geven.

Aanbodfrequentie fig

Hoe gezond een product is wordt door grootouders gezien als de belangrijkste factor in het bepalen de snacks en maaltijden die zij aanbieden. Ook de smaak van het product en de voorkeur van de ouders van het kleinkind voor een bepaald product vinden zij belangrijk. Prijs en eenvoud zijn de minst belangrijke factoren, wellicht omdat veel grootouders met pensioen zijn en genoeg tijd om handen hebben. Wel bleek dat grootouders uit meer welvarende wijken het belangrijker vinden dat het product dat ze aanbieden gezond is dan grootouders uit minder welvarende wijken.

Om te bepalen welke producten gezond zijn kijkt driekwart van de grootouders (74%) af en toe op het etiket van voorverpakte voedingsmiddelen. Slechts 15% van de grootouders leest deze etiketten altijd.Grootouders met een hoger opleidingsniveau en grootouders van een kleindochter lezen vaker etiketten dan grootouders met een lager opleidingsniveau en grootouders van een kleinzoon.

Wat bleek verder uit de resultaten?

  • Oma’s geven hun kleinkind vaker vers fruit en zuivelproducten dan opa’s, terwijl opa’s vaker zoute snacks geven dan oma’s.
  • Grootouders uit meer welvarende wijken geven hun kind vaker vers fruit en minder zoete of zoute snacks, in vergelijking met grootouders uit minder welvarende wijken.
  • Kleindochters krijgen vaker vers fruit, groente en gedroogd fruit of fruitsap van hun grootouders dan kleinzoons.
  • Jongere kleinkinderen krijgen vaker zuivelproducten, graanproducten en gedroogd fruit of fruitsap, en minder vaak zoute snacks en zoete drankjes dan oudere kleinkinderen.

DETAILS
Jongenelis, M. I., Talati, Z., Morley, B., & Pratt, I. S. (2019). The role of grandparents as providers of food to their grandchildren. Appetite, 134,78-85.

Deze sci-fly werd geschreven door Levie Karssen, junior onderzoeker bij het Behavioural Science Institute, Radboud Universiteit.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *