Month: March 2019
Liever te dik in de kist, dan een feestje gemist?
March 26, 2019
Iedereen kent het dilemma wel: je hebt een verjaardag en de gastheer vraagt of je een stukje taart wil. Je directe reactie is ‘ja lekker!’, maar een goede tweede reactie is ‘moet ik dat wel doen, want eigenlijk wil ik wat gezonder eten’. Dit soort keuzes maken we niet alleen tijdens verjaardagsvisites, maar gedurende de hele dag. Ga ik nu studeren voor goede studieresultaten of spreek ik gezellig met vrienden af? Rook ik nu een sigaret, ook al weet ik dat het slecht is voor mijn gezondheid? Welke kant het muntje op valt bij deze keuzes is individueel bepaald en hangt samen met de mate waarin we gevoelig zijn voor directe beloningen ten opzichte van beloningen in de toekomst1. Hoe vaak we kiezen voor deze directe of uitgestelde beloningen heeft natuurlijk een effect op ons gedrag en onze gezondheid2.
De onlangs overleden Walter Mischel was één van de eerste onderzoekers die het maken van dit soort keuzes onderzocht onder jonge kinderen. Hij deed dit door middel van het bekende Marshmallow Experiment3, waarbij hij kinderen in een ruimte zette en ze één marshmallow gaf die ze op mochten eten als ze dat wilden. Voordat hij de ruimte uitging vertelde hij de kinderen echter dat als ze het volhielden om vijftien minuten te wachten en de marshmallow niet zouden opeten, ze dan twee marshmallows zouden krijgen. Een ogenschijnlijk simpel experiment, maar met enorm grote implicaties. Hij toonde namelijk gedurende jarenlang onderzoek aan dat de kinderen die in dit experiment zwichtten voor de verleiding, minder goede resultaten lieten zien op andere gebieden. Het opeten van die ene marshmallow op jonge leeftijd is namelijk gelinkt aan slechtere studie resultaten, meer gezondheidsklachten, meer kans op ADHD, verslaving of overeten, en meer kans op psychische klachten op latere leeftijd4. Echter, het omgekeerde is ook waar: de kinderen die in staat waren om te wachten tot de 15 minuten om waren, laten juist betere uitkomsten zien op de lange termijn4.
Bij volwassenen onderzoeken we dit soort keuzes vaak met computertaken waarbij we proefpersonen vragen om een keuze te maken uit twee opties5. Als proefpersoon wordt je dan gevraagd te kiezen tussen een geldbedrag, bijvoorbeeld €10,-, dat je direct kan krijgen of een hoger geldbedrag, bijvoorbeeld €50,-, dat je ontvangt na een bepaalde wachtperiode, bijvoorbeeld twee weken. We leggen proefpersonen een heel aantal van dit soort keuzes voor waar we de bedragen en wachtperiode variëren, zodat we per individu kunnen berekenen wanneer zij voor de directe beloning gaan en wanneer voor de uitgestelde beloning5. Ook onder volwassenen is zeer betrouwbaar vastgesteld dat de mate waarin proefpersonen kiezen voor de directe beloning gelinkt is aan slechtere uitkomsten op cognitief, fysiek, psychologisch en emotioneel gebied6.
Hoe beter we dus in staat zijn om de directe verleiding te weerstaan en te kiezen voor een beloning in de toekomst, hoe meer kans op een succesvoller en gezonder leven. Sommige mensen zijn van nature beter in het weerstaan van verleiding, maar uit recent onderzoek blijkt dat het misschien ook mogelijk is om mensen te trainen hier beter in te worden7. Er zijn veel verschillende manieren om dit te trainen, maar het grootste gedeelte van deze trainingen is erop gericht om individuen te helpen focussen op de toekomst of hun toekomstige zelf8. Voordat we proefpersonen alle keuzes tussen directe en uitgestelde beloningen voorleggen, laten we ze eerst een verouderde versie van zichzelf zien. Hoewel je toekomstige zelf normaal best ver weg staat, komt die door zo’n soort manipulatie veel dichterbij. Het blijkt dan ook dat proefpersonen na het zien van hun verouderde zelf, vaker kiezen voor de uitgestelde beloning. Het concreter maken van de persoon die je later wordt, zorgt er dus voor dat mensen zich realiseren dat het ook wel fijn is als die persoon gezond is en daardoor wordt het gemakkelijker om de directe verleiding te weerstaan.
Hoewel dit heel veelbelovend onderzoek is, staat het nog maar in de kinderschoenen. Want: de effecten op zo’n computertaak staan natuurlijk niet garant voor effecten in het dagelijkse leven. Kiezen deze individuen ook daadwerkelijk vaker voor minder impulsieve en gezondere opties en heeft dat ook een direct effect op hun gedrag en gezondheid? Uiteindelijk kunnen dit soort trainingen mensen hopelijk de tools geven om een goede balans te vinden tussen soms een ja en soms een nee tegen dat verjaardagstaartje, omdat het leven ook vaak een feestje mag zijn!
Deze blog werd geschreven door Hanneke Scholten (Radboud Universiteit) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol, drugs en dieet.
Referenties
1. Ainslie, G. (1975). Specious reward: A behavioral theory of impulsiveness and impulse control. Psychological Bulletin, 82,463-496. doi: 10.1037/h0076860
2. MacKillop, J., Amlung, M. T., Few, L. R., Ray, L. A., Sweet, L. H., & Munafò, M. R. (2011). Delayed reward discounting and addictive behavior: A meta-analysis. Psychopharmacology, 216, 305-321. doi: 10.1007/s00213-011-2229-0
3. Mischel, W., Ebbesen, E.B., & Zeiss, A.R. (1972). Cognitive and attentional mechanisms in delay of gratification. Journal of Personality and Social Psychology, 21, 204–18. doi: 10.1037/h0032198
4. Mischel, W., Ayduk, O., Berman, M. G., Casey, B. J., Gotlib, I. H., Jonides, J., … & Shoda, Y. (2010). ‘Willpower’over the life span: Decomposing self-regulation. Social Cognitive and Affective Neuroscience, 6, 252-256. doi: 10.1093/scan/nsq08
5. Green, L., & Myerson, J. (2004). A discounting framework for choice with delayed and probabilistic rewards. Psychological Bulletin, 130, 769–792. doi: 10.1037/0033-2909.130.5.769
6. Bickel, W. K. (2015). Discounting of delayed rewards as an endophenotype. Biological Psychiatry, 77, 846-847.
7. Koffarnus, M. N., Jarmolowicz, D. P., Mueller, E. T., & Bickel, W. K. (2013). Changing delay discounting in the light of the competing neurobehavioral decision systems theory: A review. Journal of Experimental Analysis of Behavior, 99, 32-57. doi: 10.1002/jeab.2.
8. Kuo, H. C., Lee, C. C., & Chiou, W. B. (2016). The power of the virtual ideal self in weight control: Weight-reduced avatars can enhance the tendency to delay gratification and regulate dietary practices. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 19, 80-85. doi: 10.1089/cyber.2015.0203.
Sci-fly: Is voedselverslaving de oorzaak van overgewicht?
March 8, 2019
In onze samenleving stijgt het aantal mensen met overgewicht. Voedselverslaving wordt genoemd als mogelijke oorzaak hiervan, maar is dit wel terecht? Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst weten wat verstaan wordt onder een verslaving. In de DSM (handboek voor diagnostiek) wordt bepaald aan de hand van een aantal criteria of iemand een verslaving heeft. We spreken over een verslaving wanneer iemand aan minimaal 3 van de volgende criteria voldoet: gebruik is moeilijk te controleren, trek in het middel (craving), opbouw van tolerantie, ontwenningsverschijnselen, absentie van andere interesses, onsuccesvolle pogingen om te stoppen en blijvend gebruik ondanks de wetenschap dat het slecht voor je is.
KERN
Vaak wordt gedacht dat een voedselverslaving zich uit in, of gelijk is aan, overmatig eten. Er is sprake van overmatig eten bij meer voedsel inname dan nodig is om een gezond lichaamsgewicht te behouden. Daarom wordt voedselverslaving vaak gezien als oorzaak van overgewicht en obesitas. Als er daadwerkelijk sprake is van een verslaving, heeft dit gevolgen voor de behandeling van overgewicht en obesitas.
ONDERZOEKSMETHODE
In deze review werd onderzocht of voedselverslaving een verklaring voor overgewicht kan zijn. Daarvoor is op basis van vele andere onderzoeken een vergelijking gemaakt tussen voedselverslaving en middelenverslaving.
VONDSTEN
Een overeenkomst tussen middelengebruik en voedsel is het ‘craving’ effect. Craving wil zeggen dat je trek krijgt in het middel of in bepaald voedsel, bijvoorbeeld chocolade. Uit onderzoek blijkt dat dezelfde hersenstructuren hierbij een rol spelen. Een andere overeenkomst is de tolerantie. Tolerantie in het geval van voeding wordt vooral opgebouwd doordat de maag groter wordt. Doordat de maag in capaciteit toeneemt, is er meer voeding nodig om een vol gevoel te krijgen. Dit is in feite hetzelfde bij middelengebruik, daarbij bouwen mensen ook tolerantie op, waardoor steeds meer van het middel nodig is om hetzelfde effect te krijgen, denk bijvoorbeeld aan alcohol.
Een belangrijk verschil is dat voeding makkelijker in meer of mindere mate genomen kan worden zonder dat er grote effecten ontstaan. Wanneer je het gevoel hebt dat je vol zit is er vaak nog wel ruimte in je maag voor meer. Wanneer je teveel van een middel gebruikt dan is er sprake van een overdosis, wat grote gevolgen kan hebben. Daarnaast is het ook zo dat wanneer mensen van hun verslaving af willen ze zich geheel kunnen onthouden van het middel. In het geval van voeding is dat niet mogelijk, dit hebben we nodig om te overleven. Echter kunnen we in onze voeding wel gezondere keuzes maken en zeer energierijk voedsel (met veel suikers en vetten) vaker laten staan.
De belangrijkste bevinding in dit onderzoek is dat voedselverslaving niet altijd de oorzaak is van overgewicht. Veel mensen met obesitas voldoen niet aan de criteria van een voedselverslaving. Overmatige inname van energierijk voedsel is op zichzelf staand de belangrijkste verklaring voor overgewicht en dit is dus niet hetzelfde als een voedselverslaving.
DETAILS
Rogers, P. J. (2017). Food and drug addictions: Similarities and differences. Pharmacology Biochemistry and Behavior, 153, 182-190.
Deze sci-fly werd geschreven door Loes Huijbers, master student Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde, Radboud Universiteit.