Month: November 2017

Dik na december?

De oplettende lezer heeft het misschien al opgemerkt: de D in RAD staat sinds kort ook voor Dieet. Naast de onderwerpen roken, alcohol en drugs zullen we vanaf nu ook geregeld het thema voeding aansnijden op de RAD-blog. Aan mij de eer om dit thema te introduceren, wat met de decembermaand in het vizier geen ongunstige timing is. Want als er iets belangrijk is in december, dan is het gezelligheid, vrienden en familie, maar vooral … lekker eten.

Festive foods

Een paar handjes pepernoten rond Sinterklaas, een lopend buffet met Kerst en een aantal oliebollen tijdens Oud & Nieuw. Dat kan geen kwaad, zou je denken. Toch komen volwassenen in december gemiddeld 0.5 tot één kilo aan 1. Hoewel de verklarende mechanismen die aan deze gewichtstoename ten grondslag liggen nog niet wetenschappelijk zijn onderzocht, kunnen we er allemaal wel een aantal redenen voor bedenken. De chocoladeletters en kerstkransjes liggen al weken van tevoren in de schappen, waardoor het feestelijk snacken zich vaak niet beperkt tot de vier ‘echte’ feestdagen. Mede onder het mom van goede voornemens voor het nieuwe jaar is december al snel een vrijbrief om nog even lekker te genieten. Het sociale karakter van de feestdagen werkt ook niet echt bevorderend, aangezien we in sociale situaties vaak meer eten 2. En dan is het ook nog guur en koud, dus in plaats van een rondje hardlopen kruipen we op de bank met een grote kop warme chocomelk. Kortom: in december eten we te veel en bewegen we te weinig.

De onbalans in energie-inname en energieverbruik is de kern van wat uiteindelijk leidt tot overgewicht en obesitas. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat je in de maand december acuut overgewicht ontwikkelt, is het niet geheel onbelangrijk om te letten op wat en hoeveel je eet. Bijna de helft (49,2%) van de Nederlandse volwassenen is namelijk te zwaar en 14,2% heeft obesitas. Bij kinderen is dit respectievelijk 13,6% en 2,7%3. Overigens is het nog onduidelijk of de december-gerelateerde gewichtstoename ook te zien is bij kinderen. Onder deze leeftijdsgroep zijn nog te weinig studies gedaan om hier uitspraken over te kunnen doen. De enige studie bij deze leeftijdsgroep toonde aan dat kinderen tijdens de feestdagen wel iets aankwamen maar dat zij ook iets groeiden, met als gevolg dat hun BMI (kg/m2) onveranderd bleef 4. Betekent dit dat kinderen zich onbeperkt te goed kunnen doen aan al het decemberlekkers, omdat ze toch nog aan het groeien zijn? Nee, zeker niet. De basis voor de ontwikkeling van een gezond gewicht ligt al vroeg in de kindertijd. Overgewicht op jonge leeftijd is een belangrijke voorspeller voor het hebben van overgewicht in de volwassenheid 5. Aangezien het ‘genezen’ van overgewicht als het zich eenmaal heeft ontwikkeld lastig is, heeft preventie de voorkeur. Daarnaast kunnen gezonde gewoontes het beste zo vroeg mogelijk worden aangeleerd aangezien het gedrag van jonge kinderen nog eenvoudig te vormen is. Interventies gericht op de preventie van overgewicht en obesitas kunnen zich daarom het best richten op de eerste levensjaren.

Vanuit deze visie hebben we op de Radboud Universiteit de interventie ‘Samen Happie!’ ontwikkeld, waarin we overgewicht zo vroeg mogelijk proberen te voorkomen door gezonde opvoeding van ouders van jonge kinderen te stimuleren. In de interventie gebruiken we een app waarmee we ouders informatie geven over hoe zij gezonde opvoedingspraktijken toe kunnen passen (dat wil zeggen, het stimuleren van structuur en positieve support en het voorkomen van dwangmatige controle 6) en waarmee we hen ook daadwerkelijk met deze gezonde opvoedingspraktijken kunnen laten oefenen. Met de interventie richten we ons voornamelijk op kwetsbare families (die problemen ervaren op het gebied van financiën, opleiding en/of welzijn), gegeven dat Nederlandse kinderen uit deze gezinnen vier keer vaker overgewicht hebben dan kinderen uit meer welvarende families5. We zijn nog op zoek naar kwetsbare families (ouders met een kindje tussen de 7 en 11 maanden oud) die mee willen doen aan onze interventie. Ken jij kwetsbare families die mee zouden willen doen of kom je vaak (via je werk) in aanraking met deze gezinnen? Dan zou het geweldig zijn als je contact met ons opneemt via samenhappie@ru.nl!

Tot slot enkele tips om die extra decemberkilo dit jaar te voorkomen.

  • Geniet van de gezelligheid en het lekkere eten dat bij december hoort, maar beperk dit tot de vier échte feestdagen.
  • Haal de feestelijke verleidingen die al weken van tevoren in de supermarkt liggen niet te vroeg in huis, dan kom je ook niet in de verleiding om ze alvast op te gaan eten.
  • Blijf ondanks de kou genoeg bewegen, bijvoorbeeld door vaker een avondwandelingetje te maken of te gaan schaatsen.
  • Speciaal voor ouders: Google eens op ‘healthy Christmas snacks’ voor de leukste gezonde kersttraktaties voor de kleintjes!

Healthy Christmas snacks

Deze blog is geschreven door Levie Karssen (Radboud Universiteit) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol, drugs en dieet.

Referenties

  1. Díaz-Zavala, R. G., Castro-Cantú, M. F., Valencia, M. E., Álvarez-Hernández, G., Haby, M. M., & Esparza-Romero, J. (2017). Effect of the holiday season on weight gain: A narrative review. Journal of Obesity. DOI: 10.1155/2017/2085136
  2. Cruwys, T., Bevelander, K. E., & Hermans, R. C. (2015). Social modeling of eating: A review of when and why social influence affects food intake and choice. Appetite86, 3-18.
  3. CBS (2016). Overgewicht: Cijfers en context. Op 17 november 2017 verkregen via https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie
  4. Branscum, P.W., Kaya, G., Succop, P., & Sharma, M. (2010). An evaluation of holiday weight gain among elementary-aged children. Journal of Clinical Medicine Research2(4), 167–171.
  5. WHO (2010). Childhood overweight and obesity. Op 20 november 2017 verkregen via http://www.who.int/dietphysicalactivity/childhood/en
  6. Vaughn, A. E., Ward, D. S., Fisher, J. O., Faith, M. S., Hughes, S. O., Kremers, S. P., … & Power, T. G (2016). Fundamental constructs in food parenting practices: A content map to guide future research. Nutrition Reviews, 74, 98–117.

Middelengebruik onder kwetsbare groepen: complexiteit van problemen maakt aanpak lastig

“Het gaat op alle fronten erg goed met Nederlandse jongeren,” concludeerde het CBS eind 2016 op basis van de Jeugdmonitor (CBS, 2016). De jeugd rookt minder, gaat langer naar school en is minder crimineel. Het Peilstationsonderzoek van het Trimbos-instituut waarin gekeken wordt naar middelengebruik onder de Nederlandse Jeugd bevestigde het positieve beeld: ´tussen 2011 en 2015 is het percentage scholieren van 12 tot en met 16 jaar dat ooit alcohol of tabak heeft gebruikt fors gedaald.’ Er werd zelfs voor het eerst ook bij 16-jarigen minder alcoholgebruik, dronkenschap en binge drinken waargenomen (Van Dorsselaer et al., 2016).

Er is echter niet alleen goed nieuws. Voor alle middelen zijn er behoorlijke verschillen tussen scholieren van het VMBO en VWO. Zo rookt 7% van jongeren van VMBO-beroepsgerichte leerweg dagelijks tegenover slechts 1% op het VWO. Hetzelfde patroon doet zich voor bij drinken: 12% van de drinkende VMBO-ers (beroepsgerichte leerweg) drinkt meer dan 20 glazen in een weekend tegenover 4% van de drinkende VWO-ers.

Ondanks dat het over het algemeen goed gaat met de Nederlandse Jeugd, zien we meer en meer dat risicovol gedrag, zoals middelengebruik zich clustert in bepaalde groepen. Kwetsbare groepen voor overmatig middelengebruik zijn naast jongeren op het VMBO bijvoorbeeld ook jongeren in het speciaal onderwijs en jongeren in de residentiële jeugdzorg. Er zijn signalen dat er in deze groepen meer gerookt, gedronken en geblowd wordt. Maar hoeveel meer jongeren in het speciaal onderwijs en de residentiële jeugdzorg middelen gebruiken weten we niet precies omdat onder deze twee groepen al bijna 10 jaar geen representatief onderzoek meer gedaan is. Het meest recent is het EXPLORE onderzoek uit 2008 (Kepper et al., 2010).

roken alcohol drugs Kwetsbare Groepen

Ook interveniëren in het middelengebruik van jongeren in het speciaal onderwijs en de residentiële jeugdzorg is moeilijker omdat ze vaak complexe risicoprofielen hebben. Er zijn wel een paar interventieprogramma’s die zich specifiek richten op kwetsbare jongeren, maar de effecten hiervan zijn vaak niet of niet goed onderzocht, en waar ze wel onderzocht zijn  werken ze voornamelijk op de korte termijn. Een mogelijke reden waarom interventieprogramma’s in deze groepen niet goed werken kan te maken hebben met de complexiteit van de doelgroep en de problemen waar ze mee te maken hebben. Maar ook dat er binnen deze groepen vaak al veel middelen gebruikt worden, waardoor het voor jongeren moeilijker is om zelf niet te gaan gebruiken of te stoppen met  gebruiken. Daarnaast is niet duidelijk of er altijd sprake van een actief beleid om middelen te ontmoedigen binnen het speciaal onderwijs of de residentiële jeugdzorg.

Om tot een goede aanpak te komen voor kwetsbare groepen zijn een aantal stappen belangrijk:

  1. Het systematisch in kaart brengen van middelengebruik in kwetsbaren groepen jongeren om:
  • de aard en omvang van de problematiek helder in beeld te krijgen
  • zicht te krijgen op de belangrijkste risico en beschermende factoren voor middelengebruik in deze groepen;
  1. Het systematisch in kaart brengen van bestaand beleid omtrent middelengebruik in het speciaal onderwijs en de residentiële jeugdzorg om:
  • zicht te krijgen op welke beleidsmaatregelen er zijn en of deze effectief zijn
  • een beeld te krijgen of de omgeving adequaat is toegerust op het omgaan met gebruik en waar mogelijke verbeterpunten liggen;
  1. De verkregen informatie kan vervolgens gebruikt worden bij het vormgeven van effectief beleid en de inzet van interventies binnen het speciaal onderwijs en de residentiële jeugdzorg.

Alleen door (meer) te investeren in de kwetsbare groep jongeren is de conclusie te onderschrijven dat het alle fronten erg goed met Nederlandse jongeren. Anders is een disclaimer op zijn plaats.

Deze blog is geschreven door Marloes Kleinjan (Trimbos-instituut en Universiteit Utrecht) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol & drugs.

Referenties

CBS (2016). Jaarrapport landelijke Jeugdmonitor. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag.

Kepper, A., Monshouwer, K., Van Dorsselaer, S., & Vollebergh, W. (2011). Substance use by adolescents in special education and residential youth care institutions. European Child & Adolescent Psychiatry, 20(6), 311.

Van Dorsselaer, S., Tuithof, M., Verdurmen, J., Spit, M., Van Laar, M., & Monshouwer, K. (2016). Jeugd en riskant gedrag 2015, Kerngegevens uit het Peilstationsonderzoek Scholieren. Trimbos-instituut, Utrecht.