Month: June 2016
Roken op ‘world no tobacco day’
June 16, 2016
Afgelopen weken ging deze foto van de Griekse minister van gezondheid viraal op het internet. Op de foto rookt hij een sigaret tijdens een persconferentie die gehouden wordt in het ministerie van Volksgezondheid. Het ironische is bovendien dat de foto is gemaakt op 31 mei: “World No Tobacco Day”. Je mag verwachten dat deze minister van gezondheid er van op de hoogte is dat roken niet goed is voor je gezondheid, en toch kan hij het niet laten. Hieruit blijkt maar hoe verslavend sigaretten kunnen zijn. Dat geldt echter niet voor iedereen. Er zijn ook mensen die wel eens een sigaret hebben geprobeerd, maar nooit echt regelmatig zijn gaan roken, of mensen die dat wel zijn gaan doen maar die heel makkelijk konden stoppen. Als we weten waar die individuele verschillen tussen mensen vandaan komen, dan kunnen we mensen beter helpen om te stoppen met roken,
of zelfs voorkomen dat ze beginnen.
Het is duidelijk dat familieleden vaak op elkaar lijken wat betreft hun rookgedrag. Als een puber rokende ouders of rokende broers en zussen heeft dan is de kans veel groter dat hij of zij zelf ook gaat roken dan wanneer er geen rokende familieleden in het gezin zijn. De gelijkenis tussen familieleden zou verklaard kunnen worden door (1) de gedeelde gezinsomgeving: kinderen groeien op bij rokende familieleden en gaan dat gedrag imiteren en/of (2) doordat de familieleden dezelfde genetische gevoeligheid voor rookgedrag en nicotine verslaving hebben.
Tijdens een college vroeg ik wat volgens de studenten belangrijker zou zijn bij verslaving aan nicotine: de gezinsomgeving of erfelijke aanleg. Bijna unaniem staken de studenten hun hand op voor de gezinsomgeving. Bijna niemand dacht dat erfelijke aanleg belangrijk was en een paar studenten hadden geen mening. Groot was dus de verbazing toen ik de studenten de resultaten van mijn onderzoek liet zien (zie figuur). Bij experimenteren met roken is de gezinsomgeving wel degelijk belangrijk (51%) alhoewel erfelijke aanleg ook een rol speelt (44%). Bij het aantal sigaretten wat iemand per dag rookt speelt erfelijke aanleg (51%) een grotere rol dan de gezinsomgeving (30%)1 en bij de mate van nicotine verslaving heeft de gezinsomgeving geen enkele rol meer: verschillen tussen (volwassen) mensen worden grotendeels bepaald door erfelijke aanleg (72%)2. De rest van de variatie wordt verklaard door andere omgevingsfactoren die volwassen familieleden niet met elkaar delen (denk aan rookgedrag van een partner, werk of de financiële situatie).
Inmiddels is het onderzoek alweer een paar stappen verder: we kennen een paar van de genen die een rol spelen bij roken, we hebben een beeld van omgevingsfactoren die belangrijk zijn, en het is inmiddels ook duidelijk dat er interacties zijn tussen erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Dat laatste is iets waar ik graag verder onderzoek naar wil doen, dus hopelijk meer nieuws daarover in een andere blog. Voor nu in ieder geval een advies aan de Griekse minister van gezondheid: voor sommige mensen zorgt hun genetische gevoeligheid ervoor dat het echt veel moeilijker is om te stoppen met roken, maar ook al is het voor de ene persoon veel lastiger en zwaarder dan voor de ander, dat maakt het natuurlijk niet onmogelijk. Dus volgend jaar op World No Tobacco Day hopen we op een foto zonder sigaret!
Deze blog is geschreven door Prof. dr. Jacqueline Vink, Radboud Universiteit
- Vink JM et al (2004). Linkage analysis of smoking initiation and quantity in Dutch sibling pairs. Pharmacogenomics J 4: 274-82.
- Vink JM, Willemsen G, Boomsma DI (2005). Heritability of smoking initiation and nicotine dependence. Behav Genet 35: 397-406.
Wie doet er nog gezellig een drankje mee?
June 1, 2016
Waarom hebben we eigenlijk kinderchampagne en 0.0% bier? Als je deze vraag aan iemand stelt krijg je vaak het antwoord: ‘Zodat ze ook een drankje mee kunnen doen natuurlijk’. Maar hoe natuurlijk is dat nou eigenlijk? Opmerkelijk genoeg lijkt alcohol zich heel duidelijk te onderscheiden van andere drugs zoals bijvoorbeeld roken of xtc gebruik. Dit onderscheid is met name te vinden in het feit dat alcoholgebruik een sociaal en geaccepteerd gedrag is in onze huidige cultuur.
Denk eens aan de keer dat jij op een feestje was en de jarige aankondigde dat er geen drank meer in huis was; hoe teleurgesteld was je toen? Bij een feestje hoort immers een lekker glas bier of wijn. Of heb je misschien wel eens de ervaring gehad dat je eigenlijk niet meer van plan was om nog een drankje te doen, maar dat je vriend je toch overhaalde er nog ééntje te doen. Waarom ben je toen gezwicht? En wat maakt het eigenlijk zo moeilijk om te BOB-en op een leuk avondje uit? Al deze voorbeelden geven aan dat alcohol gebruik meestal gepaard gaat met leuke gelegenheden en dat we hierdoor het drinken van een glaasje automatisch koppelen aan gezelligheid. En wie zijn wij dan om dit onze jongeren of zwangere vrouwen te ontnemen?
Deze gezelligheid die we koppelen aan het drinken van alcohol is waarschijnlijk een van de redenen waarom we ons laten beïnvloeden door onze drinkomgeving. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen geneigd zijn meer te drinken als ze omringd worden door zware drinkers1. Door het drinken van dezelfde hoeveelheid willen ze mogelijk aangeven dat ze het gezellig vinden. Daarnaast lijkt er sprake te zijn van imitatie. Zo is er gevonden dat mensen een acteur in een film imiteren als deze alcohol drinkt2. En dit imitatie gedrag is later ook gevonden wanneer deelnemers samen met acteurs mochten drinken in een testruimte die er uit zag als een echte bar. Zelfs op het niveau van slokjes nemen was imitatie zichtbaar; de kans is groot dat we een slokje alcohol nemen ongeveer 5 seconden nadat onze partner dat heeft gedaan3. Dus hoewel we ons er misschien bewust van zijn als mensen ons overhalen om nog één drankje mee te doen, drinken we ook mee op een onbewuster niveau. Opvallend is dat deze imitatie dus alleen plaatsvindt als er alcohol wordt gedronken en niet bij fris; de sterke koppeling met gezelligheid lijkt dus een grote rol te spelen.
Kortom, alcoholgebruik is sociaal gedrag waarbij we bewust en onbewust onze drinkomgeving imiteren. Alcohol drinken vinden we immers gezellig. Ben je dus van plan om een avondje nuchter te zijn: probeer je vrienden letterlijk zo min mogelijk na te doen en geef ze wat extra complimentjes om te compenseren voor je drinkgedrag!
Deze blog is geschreven door Martine Groefsema, Radboud Universiteit.
- Larsen H, Engels RCME, Granic I, Overbeek G (2009). Imitation of alcohol consumption: Same-sex dyads. Alcohol and Alcoholism 44:250-255
- Koordeman R, Anschutz DJ, Van Baaren RB, Engels RCME (2011). Movie alcohol portrayals and immediate alcohol consumption in a semi-naturalistic lab setting. Addiction 106: 547-554
- Larsen H, Engels RCME, Souren PM, Granic I, Overbeek G (2010). Imitation in a micro-perspective: Alcoholic and non-alcoholic sipping. Addictive Behaviors: 35: 49-52.