Sci-fly: Kunnen afwijkingen in het brein in de adolescentie voorspellend zijn voor roken?

Dat roken slecht voor je is, is inmiddels algemeen bekend, toch experimenteren er nog héél wat jongeren met roken. Als je eenmaal experimenteert met roken, is de kans groot dat je steeds vaker gaat roken en je op een gegeven moment verslaafd bent. Experimenteren met roken begint vaak tijdens de adolescentie, maar waarom beginnen jongeren met roken, terwijl de negatieve consequenties algemeen bekend zijn? Onderzoek naar de factoren die een rol spelen bij roken onder jongeren is van groot belang om te begrijpen waarom jongeren roken. Waarom raakt de een wel verslaafd en de ander niet? En kunnen we dit voorspellen door het identificeren van factoren die van invloed zijn op het roken onder jongeren? Als we kunnen voorspellen welke jongeren gevoelig zijn voor het ontwikkelen van een nicotineverslaving, kunnen we deze kennis inzetten voor zowel preventie als interventie.

KERN
Welke factoren zijn belangrijk om te begrijpen ‘waarom’ jongeren roken? Eén van de belangrijkste factoren die veel invloed heeft op het beginnen met roken en het ontwikkelen van een nicotineverslaving is impulsiviteit. Dit komt omdat de hersenen van jongeren nog niet volgroeid zijn; met name de prefrontale cortex, een gebied in de hersenen dat belangrijk is voor het controleren van je gedrag. Doordat dit gebied nog niet volgroeid is, vinden jongeren het erg lastig om na te denken over de gevolgen van hun beslissingen. Beslissingen worden daarom dan ook vaak geleid door emotie, wat resulteert in impulsief gedrag.

Kunnen we voorspellen welke jongeren risico lopen op het mogelijk ontwikkelen van een nicotineverslaving op latere leeftijd door te kijken naar impulsiviteit? Deze studie laat zien dat afwijkingen in inhibitie controle (impulsiviteit) in het brein, in jongeren die nog niet roken op 14 jarige leeftijd, voorspellend zijn voor vast roken op 18 jarige leeftijd. Dit onderzoek toont aan dat we kunnen voorspellen welke jongeren mogelijk risico lopen op het ontwikkelen van een nicotineverslaving op latere leeftijd door te kijken naar impulsiviteit. Onderzoek naar inhibitie controle in jongeren kan dus nuttig zijn om individuen/groepen jongeren te identificeren die gevoelig zijn voor het mogelijk ontwikkelen van een nicotineverslaving. Deze kennis kan gebruikt worden voor het ontwikkelen van gepaste preventie- en interventie programma’s gericht op deze doelgroep. Het verbeteren van de impulsregulatie zou bijvoorbeeld een belangrijke strategie kunnen zijn om te voorkomen dat deze jongeren beginnen met roken. Daarnaast zou het ingezet kunnen worden om de effectiviteit van stoppen met roken programma’s te verhogen.

ONDERZOEKSMETHODE
Het doel van deze studie is onderzoeken of afwijkingen in het brein, gerelateerd aan inhibitie controle, in niet-rokers op 14-jarige leeftijd, roken op latere leeftijd kan voorspellen. Daarnaast proberen de onderzoekers aan te tonen of afwijkingen in het brein, gerelateerd aan inhibitie controle, ontstaan als gevolg van roken of dat deze afwijkingen reeds aanwezig zijn in het brein en het risico vergroten om te gaan roken.gonogo1

Om afwijkingen in het brein gerelateerd aan inhibitie controle te kunnen vast stellen is een Go/No-Go performance taak gebruikt. In deze taak keken de deelnemers naar letters en moesten ze drukken op het moment dat er na de letter ‘O’ een ‘X’ kwam  (Go-trial), en niet drukken op het moment dat er na de letter ‘O’ geen ‘X’ kwam (No-Go trial). Tijdens de Go/No-Go performance taak werd de hersenactiviteit gemeten met behulp van elektro-encefalografie (EEG). De EEG werd afgenomen toen de deelnemers (N=431) 14 jaar oud waren. Vier jaar later, op 18 jarige leeftijd, zijn alle deelnemers geïnterviewd om te achterhalen of de deelnemers zijn gaan roken en zo ja, hoeveel ze roken.

Achtergrond informatie – Bij EEG onderzoek wordt de hersenactiviteit gemeten. Als we kijken naar deze hersenactiviteit kunnen we event-related potentials (ERPs) identificeren. ERPs zijn specifieke patronen van hersenactiviteit (bepaalde positieve en negatieve pieken) die ontstaan als reactie op een bepaald event, in dit onderzoek is het event de Go-trial of de No-Go trial. Een deelnemer krijgt dus een Go- of No-Go trial

en binnen 1000 ms na dit event is een typisch hersen patroon zichtbaar (de positieve en negatieve pieken), zie in de figuur hiernaast. Eén van die positieve pieken die belangrijk is in het onderzoek naar inhibitie controle is de P3 component. De P3 component reflecteert activatie van de prefrontale cortex (een gebied in de hersenen dat belangrijk is voor het controleren van je gedrag). Deze component is dus gerelateerd aan inhibitie controle. Uit de ver

slavingsliteratuur weten we dat rokers vergeleken met niet-rokers meer fouten maken op No-Go trials, dus ze drukken vaker op de knop, terwijl ze eigenlijk niet moeten drukken. Rokers hebben dus méér moeite met het controleren van impulsen. In het EEG onderzoek resulteert dit in afgenomen P3 amplitudes; verminderde activatie van de prefrontale cortex en dus méér moeite met het controleren van impulsen (=inhibitie controle).

gonogo

VONDSTEN
De onderzoekers laten zien dat:

  • Jongeren die vast zijn gaan roken op 18-jarige leeftijd ten opzichte van jongeren die niet zijn gaan roken op 18-jarige leeftijd, afgenomen P3 amplitudes hebben voor No-Go trials op 14 jarige leeftijd (verminderde inhibitie controle). Afwijkingen in het brein, gerelateerd aan inhibitie controle, in niet-rokers op 14-jarige leeftijd, kan roken op latere leeftijd dus voorspellen.
  • Omdat alle jongeren op 14-jarige leeftijd niet roken impliceren de onderzoekers dat de afwijkingen in het brein, gerelateerd aan inhibitie controle, niet ontstaan als gevolg van roken. Ze concluderen dat deze afwijking reeds aanwezig zijn in het brein en dus het risico om te gaan roken kunnen vergroten. Ze benadrukken overigens wel dat ze niet uitsluiten dat de neurale mechanismen van inhibitie controle nog verder achteruit gaan op het moment dat iemand vast rookt.nogo p3 amplitude.png

DETAILS
Andrey P. Anokhin and Simon Golosheykin. (2016). Neural correlates of response inhibition in adolescents prospectively predict regular tobacco smoking. Dev Neuropsychol; 41(1-2):22-37. doi:10.1018/87565641.2016.1195833.

Geschreven door Joyce Dieleman, PhD student Trimbos Instituut  & Radboud Universiteit.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *