Month: January 2020

Weersta die verleidelijke cue: Wees actief!

Ken je dit? Je wilt graag stoppen met roken, minder alcohol drinken of minder snacken? Maar het lukt niet! Het afleren van ongezonde gewoontes is vaak lastig. Ook omdat je in het dagelijks leven vaak geconfronteerd wordt met allerlei verleidelijke ‘cues’, of omdat bepaalde gevoelens of gemoedstoestanden het verlangen naar bepaalde producten oproepen. Nu toont onderzoek aan dat sporten en beweging kan helpen bij het weerstaan van verleidelijke ‘cues’ en bij het verminderen van gevoelens van verlangen (‘craving’)1-3. Het is dus niet verwonderlijk dat sporten steeds vaker als additionele therapie in de verslavingszorg wordt ingebouwd. Echter, helaas blijkt sporten in de context van therapie geen duidelijke extra effecten te genereren op de daadwerkelijke percentages onthouding op lange termijn na therapie4-5. Hoe komt dit?

runningshoes

Een verklaring is dat mensen het sporten op lange termijn niet volhouden en terugvallen in oude patronen. Daarnaast blijkt dat slechts enkele onderzoeken in therapiecontext sporten ook daadwerkelijk inzetten om gevoelens van verlangen naar bepaalde producten of middelen te weerstaan5. In de eerdere experimentele studies met veelbelovende effecten werd het sporten of bewegen daadwerkelijk gebruikt ten tijde van gevoelens van verlangen (‘Als je een sigaret wilt opsteken, dan ga je wandelen of push-ups doen’). Gevoelens van verlangen werden de kop ingedrukt door ze systematisch te vervangen door een activiteit (sporten of beweging) en de automatische connectie tussen de cue (bijvoorbeeld de geur van een sigaret of stress) en het gedrag (bijvoorbeeld roken) werd ‘verbroken’ (of beter gezegd: vervangen door nieuwe reacties). Er is hier vermoedelijk een parallel te trekken met ‘cue-exposure therapie’, waar mensen ook wordt geleerd om niet op cues in te gaan. De inzet van actieve strategieën maakt het makkelijker om verleidelijke (rook) cues in het dagelijks leven te weerstaan6.

Naast dat een activiteit zoals sporten je direct kan helpen om verleidelijke cues te weerstaan, zijn er ook velerlei positieve psychobiologische effecten van sporten. Maar wat nu als je een hekel hebt aan sporten? Mijn hypothese is dat elke activiteit die je zélf kiest behulpzaam kan zijn om cues te weerstaan. Zo is er ook een studie waarin mensen beschreven dat bijvoorbeeld het nemen van een slokje water zeer behulpzaam was op het moment dat ze naar een sigaret verlangden7. Het belangrijkste is dat je een activiteit kiest die je zelf vol kunt houden. Ook op lastige momenten.

Deze blog werd geschreven door Junilla Larsen (Radboud Universiteit) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol, drugs en dieet.

Referenties
1. Roberts, V., Maddison, R., Simpson, C., Bullen, C., & Prapavessis, H. J. P. (2012). The acute effects of exercise on cigarette cravings, withdrawal symptoms, affect, and smoking behaviour: systematic review update and meta-analysis. Psychopharmacology, 222(1), 1-15.
2. Ledochowski, L., Ruedl, G., Taylor, A. H., & Kopp, M. J. P. O. (2015). Acute effects of brisk walking on sugary snack cravings in overweight people, affect and responses to a manipulated stress situation and to a sugary snack cue: A crossover study. PloS one, 10.
3. Taylor, A. H., Oh, H., Cullen, S. J. M. H., & Activity, P. (2013). Acute effect of exercise on alcohol urges and attentional bias towards alcohol related images in high alcohol consumers. Mental Health and Physical Activity, 6, 220-226.
4. Hallgren, M., Vancampfort, D., Giesen, E. S., Lundin, A., & Stubbs, B. J. B. J. (2017). Exercise as treatment for alcohol use disorders: systematic review and meta-analysis. British Journal of Sports Medicine, 51(14), 1058-1064.
5. Ussher, M. H., Faulkner, G. E. J., Angus, K., Hartmann‐Boyce, J., & Taylor, A. H. (2019). Exercise interventions for smoking cessation. Cochrane Database of Systematic Reviews. doi:10.1002/14651858.CD002295.pub6
6. Albarracín, D., Wilson, K., Chan, M.-p. S., Durantini, M., & Sanchez, F. J. H. p. r. (2018). Action and inaction in multi-behaviour recommendations: a meta-analysis of lifestyle interventions. Health Psychology Review, 12, 1-24.
7. Angeli, M., Hatzigeorgiadis, A., Comoutos, N., Krommidas, C., Morres, I. D., & Theodorakis, Y. J. A. b. (2018). The effects of self-regulation strategies following moderate intensity exercise on ad libitum smoking. Addictive Behaviors, 87, 109-114.

Alcoholgebruik onder de 18: ‘ouders doen niet wat ze kunnen’

Dat jongeren onder de 18 niet mogen drinken is algemeen bekend. Toch geeft 25% van de jongeren tussen de 12 en 16 jaar aan in de afgelopen 4 weken gedronken te hebben1. Als het gaat om alcoholpreventie is er dus nog een hoop werk aan de winkel. In preventiebeleid spelen ouders vaak een belangrijke rol. ‘Is dit wel terecht?’, kunt u zich afvragen. Het antwoord is ‘ja’, want uit onderzoek blijkt dat ouders een aanzienlijke invloed hebben op het al dan niet gebruiken van alcohol door hun minderjarige kinderen2.

Foto_Lieke

Een aantal weken geleden nam ik deel aan een bijeenkomst die was bedoeld om een eerste stap te zetten in de richting van een nieuw preventiebeleid rondom alcohol in mijn gemeente. Ik, uitgenodigd vanwege mijn taken als vrijwilliger bij een jongerenstichting die feestjes organiseert, kon het echter niet laten deze bijeenkomst te beschouwen vanuit mijn oogpunt als toekomstig orthopedagoog. Gestart werd met het bespreken van de knelpunten die de aanwezigen rondom het onderwerp ervaarden. Menigeen wees met de vinger naar de rol van ouders: “ouders doen niet wat ze kunnen”. Maar doet deze stelling er wel toe en hebben ouders daadwerkelijk invloed op het alcoholgebruik van hun kinderen?

De invloed van ouders is groot, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Of jongeren op jonge leeftijd (tussen de 13 en 15 jaar) beginnen met drinken heeft voor ruim 20% te maken met de erfelijke aanleg en meer dan 50% met de gezinsomgeving3.  Hoewel ouders erfelijke aanleg doorgeven en hier niets aan kunnen veranderen, spelen zij weldegelijk een rol in de gezinsomgeving. Naast de invloed op het beginnen met drinken, hebben ouders ook invloed op hoe vaak er wordt gedronken en of er buitensporig wordt gedronken3. De mate van de invloed van ouders blijft bij jongeren tussen de 12 en 18 jaar ongeveer gelijk4.

Welk gedrag van ouders heeft er dan precies invloed? Ten eerste, het eigen alcoholgebruik. Wanneer ouders zelf drinken en/of alcohol in huis hebben, vergroot dit het risico op alcoholmisbruik door hun kinderen5. Ten tweede, de communicatie van ouders naar hun kind toe. Jongeren drinken minder als ouders hen wijzen op de negatieve gevolgen van alcohol6. Echter, wanneer ouders toegeeflijk zijn of een goedkeurende houding uitstralen als het gaat om alcoholgebruik, drinken jongeren meer5,6.

Naast het eigen alcoholgebruik van ouders en de communicatie over alcohol, heeft ook de algemene opvoeding invloed op het alcoholgebruik van kinderen. Een zogeheten warme opvoeding, een hechte en liefdevolle ouder-kind relatie, kan problemen met alcohol voorkomen7. Daarnaast werkt een gezonde mate van monitoring preventief ten aanzien van alcoholmisbruik, ouders weten in dit geval wat hun kind waar doet en met wie5.

Concluderend, blijkt dat ouders een grote invloed hebben op het gedrag van hun minderjarige kinderen als het gaat om alcoholgebruik. Preventiebeleid met betrekking tot deze jongeren richt zich dan ook niet voor niets op de ouders. Of het nu gaat om beginnen met drinken, hoe vaak er wordt gedronken of buitensporig drinken, ouders hoeven niet doelloos toe te kijken.

Deze blog werd geschreven door Lieke Overvelde voor de cursus Recente Ontwikkelingen in Risicogedrag, master PWO, 2019.

Referenties
1. RIVM. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2017). Alcoholgebruik scholieren naar geslacht. Verkregen van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/alcoholgebruik/cijfers-context/huidige-situatie#node-alcoholgebruik-scholieren-naar-leeftijd
2. Donaldson, C. D., Handren, L. M., & Crano, W. D. (2016). The enduring impact of parents’ monitoring, warmth, expectancies, and alcohol use on their children’s future binge drinking and arrests: A longitudinal analysis. Prevention science, 17(5), 606-614. doi:10.1007/s11121-016-0656-1
3. Vink, J. M. (2016). Zit middelengebruik en verslavingsgedrag in de familie? Over erfelijkheid en de zoektocht naar genen. Verslaving12(4), 243-255. doi:10.1007/s12501-016-0089-3
4. Schuler, M. S., Tucker, J. S., Pedersen, E. R., & D’Amico, E. J. (2019). Relative influence of perceived peer and family substance use on adolescent alcohol, cigarette, and marijuana use across middle and high school. Addictive Behaviors88, 99-105. doi:10.1016/j.addbeh.2018.08.025
5. Yap, M. B., Cheong, T. W., Zaravinos‐Tsakos, F., Lubman, D. I., & Jorm, A. F. (2017). Modifiable parenting factors associated with adolescent alcohol misuse: a systematic review and meta‐analysis of longitudinal studies. Addiction112(7), 1142-1162. doi:10.1111/add.13785
6. Kam, J. A., Basinger, E. D., & Abendschein, B. (2017). Do adolescent perceptions of parents’ alcohol consumption undermine or enhance what parents say about alcohol? The interaction between verbal and nonverbal messages. Communication Research44(3), 319-347. doi:10.1177/0093650214565922
7. Mak, H. W., & Iacovou, M. (2019). Dimensions of the Parent–Child Relationship: Effects on Substance Use in Adolescence and Adulthood. Substance Use & Misuse54(5), 724-736. doi:10.1080/10826084.2018.1536718

Lang leve de liefde! Jongeren, Middelengebruik en Relaties

Het is inmiddels overduidelijk dat getrouwde stellen een betere gezondheid hebben, minder alcohol en drugs gebruiken en langer leven1,2. Factoren zoals hechting uit de vroege jeugd, toewijding aan de relatie en de sensitiviteit van de partner kunnen hieraan ten grondslag liggen3. Letterlijk dus ‘Lang leve de liefde’!

Wanneer jongeren flink experimenteren met roken, alcohol en drugs tijdens de puberteit wordt door de omgeving wel eens gedacht dat dit over zal gaan als ze een vriendje of vriendinnetje zullen krijgen. Maar is dit daadwerkelijk zo? Gebruiken ook jongeren die een relatie hebben minder alcohol en drugs?

Picture-Wedding-Toast.jpg

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn grootschalige studies nodig die jongeren voor een lange tijd volgen en daarbij regelmatig hun middelengebruik meten en vragen naar hun romantische relaties. Er zijn wereldwijd maar een paar studies die dit gedaan hebben. De resultaten van deze studies laten zien dat de voordelige effecten van het huwelijk op middelengebruik niet gelden voor jonge adolescenten (rond de 16 jaar). Relaties bij jonge adolescenten hangen namelijk juist samen met méér alcohol en drugs gebruik4,5. Op deze jonge leeftijd zijn er nog meer negatieve effecten van relaties gevonden; zo zijn jongeren die op deze leeftijd een relatie hebben ook vaker depressief.

Omdat deze studies de jongeren gevolgd hebben totdat ze ongeveer totdat ze ongeveer 25 jaar oud zijn, is het vooral interessant te zien hoe de samenhang tussen alcohol en drugs gebruik en romantische relaties verandert tijdens de ontwikkeling. Zo is gevonden dat meer alcohol gebruik rond de 16 jaar de kans vergroot dat je tijdens de vroege volwassenheid een langdurige relatie (of meerdere langdurige relaties) hebt. En beide studies laten vervolgens zien dat er tijdens de jongvolwassenheid een omslagpunt zit. Stabiele relaties tijdens de jongvolwassenheid zijn namelijk juist voorspellend voor een afname in alcohol en drugs gebruik. Deze resultaten laten zien dat het belangrijk is alcoholgebruik onder jongeren ook te bekijken in de context van normatieve ontwikkeling en te realiseren dat alcoholgebruik, ondanks de overduidelijke negatieve gezondheidseffecten, ook bij kan dragen aan positieve ontwikkelingsuitkomsten op latere leeftijd, zoals het hebben van een stabiele relatie.

Als we al deze resultaten willen verklaren is het belangrijk dit vanuit een ontwikkelingsperspectief te doen. In één van de studies4 is bewijs gevonden dat het belangrijk is dat het krijgen van de relatie op het juiste moment in de ontwikkeling komt. Als dit te vroeg komt, kan de relatie andere ontwikkelingsgebieden belemmeren en op die manier bijdragen aan een toename in middelgebruik en ander risicogedrag. Wanneer stabiele relaties later tijdens de ontwikkeling komen en dit beter past bij de ontwikkeling kan het juist zorgen voor positieve gezondheidsuitkomsten, zoals minder middelengebruik. Het is hierbij erg belangrijk niet naar de exacte leeftijd te kijken maar naar het individuele ontwikkelingspad. Sommige jongeren zijn op eerdere leeftijd klaar voor een langdurige relatie dan anderen.

Kortom, lang leven de liefde dus, maar dan alleen wanneer je klaar bent voor toegewijde liefde!

Deze blog werd geschreven door Maartje Luijten (Radboud Universiteit) voor RAD-blog, het blog over roken, alcohol, drugs en dieet.

Referenties
1. Robles, T. F., Slatcher, R. B., Trombello, J. M., & McGinn, M. M. (2014). Marital quality and health: A meta-analytic review. Psychological bulletin140(1), 140.
2. Staff, J., Schulenberg, J. E., Maslowsky, J., Bachman, J. G., O’Malley, P. M., Maggs, J. L., & Johnston, L. D. (2010). Substance use changes and social role transitions: Proximal developmental effects on ongoing trajectories from late adolescence through early adulthood. Development and psychopathology22(4), 917-932.
3. Slatcher, R. B., & Selcuk, E. (2017). A social psychological perspective on the links between close relationships and health. Current directions in psychological science26(1), 16-21.
4. Furman, W., & Collibee, C. (2014). A matter of timing: Developmental theories of romantic involvement and psychosocial adjustment. Development and Psychopathology26(4pt1), 1149-1160.
5. Rauer, A. J., Pettit, G. S., Samek, D. R., Lansford, J. E., Dodge, K. A., & Bates, J. E. (2016). Romantic relationships and alcohol use: A long-term, developmental perspective. Development and psychopathology28(3), 773-789.